Herontwikkeling voormalige gevangenis Wolvenplein

De voormalige Wolvenpleingevangenis is een van de eerste gevangenissen in Nederland, gebouwd tussen 1852-1856 in het noordoostelijk deel van de Utrechtse binnenstad. Het complex ligt in een gemengd gebied van wonen en werken en wordt aan de noordzijde letterlijk ‘omsingeld’ door de buitensingels, de oude verdedigingsgracht rond de stad.

De Gevangenis Wolvenplein is eigendom van Rijksvastgoedbedrijf. Zij gaan tot verkoop van het complex over, omdat het rijk er geen gebruiksdoel meer voor heeft. Marktpartijen kunnen een voorstel doen voor herontwikkeling en een bod uitbrengen.

Uitgangspunt is een nieuwe bestemming van het complex die het verleden eer aan doet, de geschiedenis van de plek zichtbaar maakt en tegelijkertijd de plek een toekomst geeft – een toekomst waarin het complex iets toevoegt aan de stad en een geliefde plek wordt voor de Utrechters. Hiervoor heeft het Rijksvastgoedbedrijf samen met de gemeente een visiedocument opgesteld.

Historie

Met het verlenen van de stadsrechten in 1122 kreeg de huidige binnenstad van Utrecht haar kenmerkende langwerpige vorm.

Belangrijke stedelijke kernen en kerkelijke gebieden werden binnen de stadsomwalling gebracht. Deze omwalling versteende al snel en er kwamen stadspoorten en torens. In dit noordoostelijk deel van de stad kwamen drie torens waaronder de Plompetoren. Bij de sterke groei van middeleeuws Utrecht bepaalden kerkelijke en stedelijke functies (wonen en handel) de ruimtelijke verkaveling, ook in dit noordoostelijk deel van de stad.
In de 16e eeuw werd de stadsverdediging gemoderniseerd: muren werden verbeterd tot wallen, nieuwe torens werden opgetrokken en stenen bastions en aarden bolwerken toegevoegd. De toren De Wolf en het aarden bolwerk Wolvenburg dateren uit deze periode.

In de 19e eeuw was met de aanleg van de Nieuwe Hollandse Waterliniede inmiddels verwaarloosde stadsversterking niet meer nodig. In 1853 werd de gevangenis hier gebouwd, de toren De Wolf gesloopt en de gracht gedempt.

Gevangenis

De gevangenis aan het Wolvenplein 27 in Utrecht werd in 1853-1856 gebouwd naar ontwerp van I. Warnsinck met assistentie van J.G.W. Fijnje. Warnsinck liet zich inspireren door het Engelse cellulaire Systeem. Dat systeem gaat uit van cellulaire opsluiting, wat inhoudt dat de gedetineerden in een eigen cel verblijven en geen enkel contact hebben met medegevangenen.

Een eerste grote verbouwing vond in 1877 plaats naar ontwerp van architect J.F. Metzelaar. Hierbij werd de noordelijke vleugel verlengd en voorzien van nieuwe luchtplaatsen in de punt tegen de ringmuur. Er werden 77 cellen toegevoegd en een souterrain met vijf werkcellen. Zijn zoon, W.C. Metzelaar, ontwierp in 1896 een rijtje van zes dienstwoningen bij de ingang van het terrein. Hij kreeg ook in 1903 opdracht tot bouw van een kerk, die via een gemetselde gang met de gevangenis verbonden werd.

Daarna volgde nog enkele verbouwingen. De laatste grote verbouwing dateert uit 2000. In 2015 is de gevangenis gesloten.

Huidige situatie

In ‘De Vrije Wolf’, de huidige naam van de tijdelijke invulling van het complex, kunnen startende ondernemers en zzp’ers werken. Deze mooie locatie aan de Singel is ook dé stek voor (culturele) evenementen en festivals. Het is een unieke locatie met een verhaal voor (tv)opnames, vergaderingen, brainstormsessies, presentaties, borrels, diners en evenementen in het centrum van Utrecht.

Ook worden er rondleidingen gegeven door buurtbewoners.

Belangrijke elementen voor de toekomst

Het is van groot belang om dit monumentale complex voor de toekomst te behouden. Een succesvolle en toekomstbestendige herontwikkeling vraagt veelal ook ruimte voor aanpassingen en nieuwe toevoegingen. De keuzes die voor behoud en transformatie gemaakt moeten worden, dienen met inachtneming van enkele cruciale kernkwaliteiten te geschieden. Bij de realisatie van een nieuw programma in het complex is de grondgedachte dat nieuwe waarden op een respectvolle wijze worden toegevoegd aan de bestaande waarden.

Verkoopprocedure

Het Rijksvastgoedbedrijf beoogt een verkoop waarbij gegadigden met een voorstel komen voor herontwikkeling dat:

  • past binnen de uitgangspunten van een opgesteld Visiedocument;
  • goed wordt afgestemd met de omgeving en de gemeente;
  • leidt tot een marktconform bod.

De verkoop van het complex is geregeld in het zogenoemde Biedboek van het Rijksvastgoedbedrijf. Uitgebreide informatie over de verkoopprocedure is opgenomen in het biedboek van het Rijksvastgoedbedrijf. Zie: www.biedboek.nl.